Na onze vier maanden in Canada was Buenos Aires onze eerste stad waar we de hostels en het openbaar vervoer weer in moesten. Tevens was de stad van de mooie luchten onze introductie in een onbekend continent. We verbleven er verspreid over twee periodes (tussendoor verbleven we in Uruguay) zes nachten.
We kwamen op donderdagochtend om 8:00 aan op de internationale luchthaven Ezeiza. Met de shuttle bus van Tienda Leon werden we voor 90 peso per persoon naar de Obelisk gebracht van waar het nog honderd meter lopen was naar de subte lijn D, halte 9 de Julio. Een paar stops verder stapten we uit bij halte Pueyrredon en liepen naar het Reina Madre Hostel in de wijk Recoleta. Het laatste wat je na zes vluchten en 55 uur reizen wilt horen is dat je pas vanaf 12:30 kunt inchecken maar we waren te moe om daar tegenin te gaan en sliepen dan maar zo lang op de bank in de gemeenschappelijke huiskamer. Toen we uiteindelijk onze kamer in mochten vielen we meteen weer in slaap en na drie nachten in stoelen en op banken geslapen te hebben voelde dat bed wel erg prettig. Maar om 15:00 ging onze wekker alweer want we wilden de Dwaze Moeders hun wekelijkse rondes zien maken op Plaza de Mayo. We snoozden alleen iets te lang waardoor we ze net misten. Het Plaza de Mayo is evengoed een mooi plein en de geschilderde hoofddoekjes op het plein zijn daar aangebracht ter ere van de Dwaze Moeders. Ook is dit het plein waar het presidentiële paleis staat waar Evita haar toespraken hield en Madonna op het balkon Don’t Cry for Me Argentina heeft gezongen in de film/musical Evita.
Vervolgens gingen we rap weer terug naar onze buurt omdat we dollars moesten wisselen voor peso’s. Er is weinig vertrouwen in de eigen peso en daarom is er een grote vraag naar dollars. Om die reden is er een rare situatie ontstaan waarbij de officiële koers 8,4 peso’s per US dollar is maar de zwarte markt koers een stuk hoger ligt. De zwarte markt heet hier overigens Blue Market. Bij het adresje dat wij van ons hostel kregen ontvingen we maar liefst 13,8 peso’s per dollar (een week later was de koers al 14,5 peso’s). Dat dit een beetje schimmig gaat mag duidelijk zijn want officieel is het verboden op deze manier te wisselen. Op de straat Florida staan overigens mannen luidkeels cambio te roepen, dus niet erg subtiel maar het schijnt dat als je bij zo’n man wilt wisselen je door duistere steegjes naar een plek wordt geleid om de zaken af te handelen. De kans op nep geld of beroving is natuurlijk groter op deze manier dus aanraden zou ik dat niet.
De volgende dag was het eerste wat we wilden doen het bezoeken van de begraafplaats van Recoleta. Alleen liepen we in plaats van links rechts ons hostel uit. Eerst hadden we nog niks door omdat we in de wijk Abasto terecht kwamen wat het hart van de tango is. Tango scholen, tango winkels, een Carlos Gardel straat en een bandoneon monument. We liepen verder en belandden tussen de garages en smoezelige straten. We waren in de wijk Once beland en dat was nou precies de verkeerde kant. We liepen terug en vonden de begraafplaats. Het is een indrukwekkende plek met allemaal kleine mausoleums waar de rich en famous zich laat begraven. Waar het ons met name om te doen was, was het graf van Evita maar dat viel nog niet mee te ontdekken. We verwachtten veel toeristen en een zee van bloemen, maar niets van dit alles. Ze ligt in een klein steegje in het familiegraf en zo belust op aandacht als ze in het leven was, zo weinig krijgt ze hier.
We spenderen vervolgens wat tijd in de hippe wijk Palermo, een rijke buurt met mooie restaurants en cafés. Tot onze frustratie zien we in BA vaak prachtige oude huizen die slecht onderhouden zijn, maar in Palermo staat alles er heel mooi bij.
Via de straat Defensa lopen we naar de oude wijk San Telmo met levendige pleinen en eetgelegenheden. Bij Desnivel bestellen we waar ze bekend om staan, vlees van de barbecue. Een fantastische homp biefstuk van 600 gram wordt er voor onze neus gezet en die gaat erin als zoete koek.
Op zondag lopen we opnieuw door de straat Defensa die nu volledig autoloos is en aan beide kanten door honderden marktkramen wordt gesierd. Veel kunst en ambachtswerk in de categorie je moet ervan houden. We lopen de straat uit en komen in de volkswijk Boca. We hebben ons tot nu toe altijd veilig gevoeld in de stad maar in deze barrio is het een stuk rauwer en armer. Autowrakken staan op straat, huizen zakken in elkaar en op de hoofdstraten na is er weinig volk op de been. Er werd gewaarschuwd dat we niet de verkeerde straten in moeten lopen dus dat proberen we niet te doen. Uiteindelijk komen we bij hetgeen waar we voor gekomen zijn: La Bombonera. Het stadion van Boca Juniors, de club van Maradona en van het volk. De laatste straten voor het stadion zijn gevuld met op oorlogssterkte uitgedoste politieagenten dus ik denk dat we ons nu veiliger voelen. Vanmiddag wordt namelijk een competitiewedstrijd gespeeld en Boca speelt thuis. De wijk warmt op, hekken worden geplaatst, barbecues aangestoken, bier wordt gedronken en er wordt van alles in de blauw-gele clubkleuren verkocht. We halen toch maar even de camera uit de tas voor wat foto’s want dit was toch de eerste club die ik ooit in zuid Amerika kende. Helaas regent het inmiddels behoorlijk en we besluiten de bekende straat Caminito met z’n gekleurde huizen voor een andere keer te laten.
We zijn terug uit Uruguay en slapen in het On the Road hostel in de wijk Palermo Hollywood. Een rijke buurt waar er tot ’s avonds laat over de straten kan worden gewandeld en de terrassen en cafés tot nog veel later vol zitten. Het hostel is erg sociaal en de eigenaar vindt het leuk met iedereen te praten en iedereen aan elkaar voor te stellen. Het is vrijdagavond en nadat we hadden gekookt met het eten dat we nog uit Uruguay over hadden zegt hij dat we op deze avond echt uit moeten gaan. We zeggen dat we al meer dan een jaar iedere avond vrijdagavond hebben maar dat we nog wel even een rondje gaan lopen.
Vorige week sloegen we Caminito in Boca over vanwege de regen dus dat gaan we vandaag doen. We nemen bus 152 maar we hebben geen muntgeld en dat is het enige wat wordt geaccepteerd. We mogen evengoed gaan zitten. Als we bij de eindhalte aankomen wisselt de chauffeur een hand munten voor tien peso zodat we met de bus ook weer terug kunnen. Het is nog een klein stukje naar de straten met de bekende gekleurde huisjes. De buurt die bekend staat om z’n grauw- en rauwheid tangoot hier alle kleuren bij elkaar. De historische houten huizen zijn hier in de negentiende eeuw door de bootmannen in elkaar getimmerd, voorzien van een lik verf in welke kleur die dan ook over was op de boot. De buurt swingt, bruist en is karakteristiek maar zodra je net een verkeerde straat in slaat voel je meteen weer waar de slechte naam van La Boca vandaan komt.
De 80 peso’s zijn goed voor een bezoek aan het mooie museum en toegang tot de zuidzijde van de tribune. Het is fantastisch om hier op de statribune te mogen zijn. Het stadion zou in Nederland niet Eredivisie waardig zijn maar daardoor is er aan karakter geen gebrek. Ookal omdat je met je neus op het veld zit.
We flaneren vervolgens over de nieuwste wijk van BA en de trots van de porteños, Puerto Madera. Veel moderne gebouwen, wijd opgezet, water en boten, mensen die sporten of op een terrasje wat drinken, het doet aan onze eigen buurt in Amsterdam denken. We voelen ons er nog meer thuis als we een oranje monument met de tekst ‘Reina de Holanda’ zien.
De avond spenderen we weer in de buurt die we ’s avonds toch het prettigst vinden, Palermo Hollywood. In een minuscuul restaurant met een heel tof interieur eten we huisgemaakte hamburgers.