“Misschien wel meer dan honderd keer,” antwoordde hostelmedewerker Carlos op onze vraag hoe vaak hij al de ‘W’ had gelopen. Het behoeft dus geen uitleg dat Carlos een uitmuntende bron van informatie was voor alles wat we wilden weten over de meerdaagse tocht. Er zijn twee manieren om te overnachten in het park; in refugios (herbergen) en op campings. Refugios zijn erg duur maar warm en comfortabel en het scheelt een hoop kilo’s aan kampeerspullen. Campings zijn goed betaalbaar of zelfs gratis en het is natuurlijk veel avontuurlijker om ook ’s avonds het buitengevoel erin te houden.
Uiteraard gingen we voor de camping optie. Nadat we de indeling van de vijf dagen hadden gepland en wisten welke campings we aan het einde van iedere dag wilden bereiken, was het tijd om naar de uitrusting te kijken. We hebben wel eigen slaapzakken, maar die zullen tijdens de koude nachten niet volstaan. We lopen de tocht begin oktober, dus van zomer is nog geen sprake. We huren twee Arctic-proof slaapzakken, schuimmatrassen, een gasbrander, een pan, twee borden en twee paar bestek en drinkbekers en ons huis voor de komende vier nachten; een heuse trekkerstent van het Chileense merk Doite. We krijgen uitleg hoe de tent op te zetten en beseffen dat we niet al te veel hoeven voor te stellen over de bewegingsvrijheid in ons tijdelijke verblijf.

In het kleine dorpje is een prachtige winkel met gedroogd fruit, nootjes en kruiden. Op de toonbank onze reeds gekochte zakjes fruit en noten.
Puerto Natales is een klein dorpje. Wandelend door de straten kom je helemaal in de sfeer van de trektocht. Overal zie je outdoor winkels, doorgewinterde hikers op straat en zenuwachtige amateur hikers bij de supermarkt die niet weten welk eten allemaal mee te nemen voor minimaal vier dagen in de natuur. Wij behoren tot de laatste groep. Ervaren hikers durven we onszelf misschien nog wel te noemen, maar meerdaagse kampeertochten waarbij we zelf moeten koken is toch wel iets nieuws. Na een paar uur kris kras door de stad te hebben gelopen hebben we ons rantsoen bij elkaar gescharreld. Ravioli, spaghetti, vier zakken pastasaus, bananen, muesli, melkpoeder, snacks, chocola, limonadepoeder, cup a soup, een salami, zongedroogde tomaten, champignons, knoflook en vier verse paprika’s. Met de salami en verse groente staken we andere hongerige trekkers iedere avond de ogen uit die aan de droge ravioli zaten. Tevens hadden we nog anderhalf kilo aan gedroogd fruit en noten ingeslagen. Met een beetje goede wil ontdek je hier ontbijt (muesli en melkpoeder, banaan), lunch (snacks, chocola, noten en gedroogd fruit) en avondeten (de rest) in. Een in het hostel gevonden zakje oregano maakte de haute cuisine helemaal af.
In de kamer scheiden we de spullen die we in het hostel achterlaten en de spullen die meegaan. Helaas voelt de tas altijd zwaarder dan gehoopt maar het moet te doen zijn. Na voorlopig de laatste douche gaan we op tijd naar bed.

Zie hier de ‘W’ route. Er kan ook een ‘O’ route worden gelopen maar die was nog niet open toen wij er waren.
Dag 1
10:50-14:00 van begin tot aan Campamento Torres
Uur extra omhoog naar de voet van de Torres
Reeds om 6:30 zitten we versuft aan het ontbijt in het hostel. Vanaf het busstation vertrekt om 7:30 de bus naar het Nationaal Park Torres del Paine, waar nagenoeg uitsluitend andere wandelaars in zitten. We blijven nog een tijdje koud en slaperig maar het landschap en uitzichten beloven veel moois.
Entree voor het park is 18.000 peso’s in het hoogseizoen, 5.000 peso’s in het laagseizoen. Met een extra shuttle a 2.800 peso’s worden we naar het begin van de trail gebracht.
We lopen van oost naar west vanwege de weersvoorspelling die voor de eerste drie dagen mooi is maar op dag vier wat regen voorspelt. Omdat het hoogtepunt de Torres zijn, willen we die zeker zien en aangezien die in het oosten van de trek liggen beginnen we in het oosten. We lopen de ‘W’ dus tegen de schrijfwijze in.

De route begint rechts onderin de ‘W’. We lopen eerst omhoog naar Torres en vervolgens terug en door naar Cuernos.
We zwaaien onze backpack op onze rug en kijken al uit naar het moment dat we beginnen met eten zodat de kilo’s afnemen. Het doel van de eerste dag is de camping met de naam Campamento Torres. Het is voornamelijk stijgen, soms modderig en glad maar toch goed te doen. In de modder zien we dat ons schoenprofiel helemaal geen reliëf meer aanbrengt vergeleken met de afdrukken van goed uitgeruste hikers. Dat krijg je na 14 maanden over de wereld te hebben gezworven. Dan breekt ook nog eens m’n veter (wat geen standaard veter is maar een synthetisch draadje) maar met een knoop is dat voorlopig weer opgelost. De waterdichtheid werkt al een tijdje niet meer en dat merk ik snel.
We lopen dieper de kloof in en zien af en toe al de drie torens boven de bergen uit.
Via Refugio Chileno, wat nog gesloten is, lopen we uiteindelijk in 5u naar de camping. De camping is gratis en onbemand. We vinden een mooi plekje in het bos en als we de tent opzetten leek het gisteren bij de uitleg opeens een stuk makkelijker. Maar we komen eruit. Na wat snacks lopen we door naar de voet van de Torres. Steil stuk maar zonder bepakking lopen scheelt veel. Beloning is een prachtig bevroren bergmeer aan de voet van drie uitstekende rotspunten, de Torres. Aan de overkant valt een lawine op het ijs en korte tijd later veroorzaakt dat golven in het krakende ijs wat in de muisstille omgeving een onheilspellende sfeer geeft.
Terug bij de tent gaat de tortellini in de pan met gletsjerwater en samen met de saus, paprika, champignons en gedroogde tomaten hebben we al snel onze avondmaaltijd klaar.
Om 20:00 kruipen we in de slaapzak die inderdaad lijkt te zijn gemaakt voor ijzige omstandigheden. Neemt niet weg dat we ook nog in onze thermo lakenzak liggen en onze merino-wollen shirt aan hebben. Het is buiten net iets boven het vriespunt en het zal in de tent niet veel warmer zijn.

Onze mobiele keuken voor vier avonden.
Dag 2
8:45-16:10 Campamento Torres naar Campamento Italiano
’s Nachts werden we regelmatig wakker in de knusse tent zodra een van ons beiden zich omdraaide. Vanaf 6:00 werd het ook echt koud maar tot die tijd was het goed te doen. Het dunne matrasje op de harde grond kan stijve heupen en schouders niet voorkomen maar al met al zijn we aardig uitgerust.
Om 7:15 gaat de wekker maar echt zin om er uit te komen hebben we niet. De binnentent plakt aan de buitentent en druppels water vallen naar beneden. We wringen onszelf naar buiten, trekken alle kleding weer aan die we bij ons hebben en ik beleef m’n eerste ervaring met melkpoeder dat met behulp van gletsjerwater een basis vormt voor het ontbijt met muesli. Nog een banaan erbij en we kunnen. Niet voordat we de natte tent hebben ingepakt uiteraard.

De shortcut naar Cuernos scheelt een paar kilometer lopen en dan hoef je tenminste niet helemaal hetzelfde stuk terug naar het begin te lopen.
Om 8:45 zijn we onderweg. Eerst dalen we af over hetzelfde stuk als gisteren maar we slaan af bij de shortcut naar Refugio Cuernos. We houden zicht op de prachtige meren die voor ons liggen als we door laagbegroeid landschap lopen. Water vullen we bij stroompjes die we om de 15-30 minuten wel een keer passeren. We hoeven de fles dus nauwelijks gevuld te houden wat scheelt bij het dragen.
Komen bij het hoofdpad waar we gedroogde meloen en chocola eten. Langs een pad met schitterende uitzichten over meren, eilanden en besneeuwde bergpieken slingeren we naar Cuernos. Het pad gaat op en neer, is nergens echt vlak maar er hoeft ook nergens serieus geklommen te worden.

Eindeloze uitzichten tijdens de vele kilometers die we lopen.
We pauzeren bij Refugio Cuernos voordat we de laatste 2 uur inzetten naar Campamento Italiano, ons einddoel voor vandaag. Deze laatste twee uur klimmen we non-stop, wat extra zwaar is omdat we er inmiddels al zo’n 17 km op hebben zitten. Maar de uitzichten maken veel goed en we liggen heel goed op schema en kunnen dus volop genieten van de natuur.

Dit soort uitzichten verzachten de pijn in de vermoeide benen.
Bij Campamento Italiano worden we door de vrolijke en enkel Spaans sprekende Christopher, de ranger, onthaald. We vinden een vlakke plek en halen de natte tent er weer uit. Het tentje blijkt toch wel een ideale trekkerstent want deze keer staat hij binnen vijf minuten. We slingeren de slaapzakken over de boom om te drogen en toen was het tijd voor een cup a soup.

De boel kan weer even drogen na aankomst bij Campamento Italiano.
Dag 3
Deze ochtend kwam er geen ijzige kou vanaf 6:00 opzetten dus we hebben lekker geslapen ondanks het dunne matje. We beginnen er zelfs aan te wennen om van voeten tot hoofd tegen het tentdoek te liggen.
Met bevroren vingers nuttigen we het beproefde recept als ontbijt. Vervolgens beginnen we aan de klim naar Britanico. Dit stuk bevat het gehele middelste verticale stuk van de ‘W’. Het eerste deel langs de Francis gletsjer is indrukwekkend, helemaal omdat je er dicht langs loopt en er om de paar minuten een lawine naar beneden komt. Gelukkig klein van formaat, lijken ze meer op watervallen die net zo snel ontstaan als ze weer verdwijnen.

Uitzicht vanaf Britanico.
Het pad gaat over steile stukken met grote rotsen of losliggende keien. Er ligt regelmatig sneeuw op het pad maar nergens wordt het onbegaanbaar. We bereiken de Britanico Lookout maar het iets verder gelegen fotopunt is nog gesloten vanwege de sneeuw. Dit gedeelte van het bos ligt nog onder een dik pak. We keren om en zijn blij weer bij de camping te zijn, hongerig als we inmiddels waren geworden. Lunchen met soep, nootjes, gedroogd fruit en crackers.
Dan pakken we de tent en spullen in en beginnen aan de 7,5 km naar Refugio Paine Grande. Wederom worden we begeleid door prachtige uitzichten over meren en de Cuernos berg. Helaas gaat een groot deel door een verbrand bos. Een Israëliër heeft in 2011 10% van het gehele park in de brand gezet. Het verhaal gaat dat hij niet wilde betalen voor de camping en is gaan wildkamperen waarbij z’n gasbrander de oorzaak is geworden van de brand die dit bijzondere park vreselijk verminkt heeft. Hijzelf houdt het bij het verbranden van wc-papier als reden voor het vuur.

De verbrande bomen geven het park in dit gedeelte een troosteloze aanblik.
We komen bij onze finish voor de dag aan. De refugio ziet er luxe uit maar wij slapen op het camping gedeelte wat een knollenveld is. Tussen twee knollen vinden we een enigszins geschikte plek, en zetten de opening van de tent richting de prachtige besneeuwde bergtoppen. We mogen voor de 5.200 peso’s pp die we betalen voor de kampeerplek ook gebruik maken van de douches en er is een mooie hut om binnen te koken en warm te zitten. Spaghetti met dezelfde ingrediënten als de afgelopen twee avonden schrokken we als hongerige wolven naar binnen.
Als we met volle buik onze tent in kruipen houden we nog even de deur open om naar de mooie wolken en bijna volle maan te kijken, diep in onze warme slaapzak gekropen. Dag 3 zit er op en we voelen ons nog goed.

De camping van Paine Grande met uitzicht op de Cuernos berg.
Dag 4
9:15-16:45 Refugio Paine Grande – Mirador Glacier Grey v.v.
Harde rukwinden hebben ons regelmatig gewekt maar de grassige ondergrond voelt als een boxspring. We kunnen iets uitslapen want er hoeft vandaag niet met bepakking gelopen te worden en ook geen tent ingepakt te worden. Melkpoeder, muesli, banaan en gedroogde kiwi vormen het ontbijt.
Dan beginnen we aan de elf kilometer naar Refugio Grey. Het is een gestage klim en al snel komt Glacier Grey in zicht. Dit is een enorme ijsmassa en de daarvan afkomstige ijsschotsen drijven voorbij in het meer waarlangs we lopen. Hoe dichter we bij de gletsjer in de buurt komen hoe harder het begint te stormen. We lopen voorbij de Grey herberg en gaan door naar de mirador, het uitzichtpunt, waar de wind absurd hard is. We worden soms van onze voeten afgeblazen. Maar prachtig blauwe ijsschotsen en de massieve gletsjer zijn vanaf hier wel in volle glorie te bewonderen.

De Grey gletsjer met de afgebroken ijsschotsen op de voorgrond.
Doordat we inmiddels redelijk suf geslagen zijn door de harde wind is de drie uur lange terugtocht een kwestie van kilometers maken, voornamelijk door verbrand bos. Hongerig en moe lopen we het laatste stuk terug naar de camping. Soep en in de kookhut door anderen achtergelaten noedels vormen een pre-diner snack. Het laatste lichte uur liggen we in de tent met uitzicht op de Cuernos berg en een felle regenboog. Tijdens het avondeten ontmoeten we twee Belgen die een jaar gaan reizen maar twee weken geleden pas begonnen zijn. We denken met weemoed terug aan ons gevoel van toen we net vertrokken waren, wat alweer zo lang geleden lijkt. Het is inmiddels gaan regenen. Het goede daarvan is wel dat de storm wat afneemt. Met getik op het tentdak kruipen we voor de laatste maal in de warme slaapzak.
Dag 5
De laatste dag restte enkel de terugweg naar Puerto Natales. Vanaf de refugio vertrok de boot om 12:00, waarbij er aan de andere kant van het meer een bus klaarstond die ons terug naar Puerto Natales bracht. Achterover leunend in de bus nemen we afscheid van het Nationaal Park Torres del Paine, de 70 schitterende kilometers die we wandelend hebben afgelegd en onze vier onvergetelijke nachten in de natuur.