We waren bezig aan onze landtocht van Argentinië naar Mexico. Land voor land verslonden we duizenden kilometers per bus. Totdat we in Colombia aankwamen. Niet dat het land hier ophoudt, al wordt het reepje hier wel heel dun, maar er is gewoon geen weg tussen Colombia en Panama waar een vervoersmiddel op kan rijden. Het smalle stuk land dat Midden met Zuid Amerika verbindt is bergachtige jungle. Bovendien is het hier niet ongevaarlijk. Rebellen en drugssmokkelaars zijn namelijk juist erg blij met dit moeilijk doordringbare gebied om ongezien hun duistere zaken voort te zetten.
We namen het vliegtuig van Cartegena naar Panama City. De mooiste en veiligste wijk is het schiereiland Casco Viejo, de oude stad. Panama City staat niet bekend om zijn veiligheid dus het leek ons verstandig in deze toeristische en daarom goed beveiligde wijk te verblijven. De straten tot waar je veilig kon rondlopen waren onder de toeristen bekend en de verhalen van degene die wel aan de verkeerde kant waren geweest motiveerde niet om er eens een kijkje te nemen. Tenzij je van je spullen af wilt.
Casco Viejo staat vol schitterende gebouwen en het straatleven is ontspannen. Op loopafstand bevindt zich de vismarkt waar je de meest verse ceviche kunt eten. Ceviche hebben we in Peru ontdekt en is in citroensap gegaarde vis en zeevruchten. We zijn groot liefhebber!
Vanaf Casco Viejo vertrokken we in de middag naar de sluizen van het Panama Kanaal. Indrukwekkende boten varen door de smalle sluizen en een uitgebreid museum vertelt de achtergrond informatie erbij.
Twee nachten in Casco Viejo vonden we genoeg. We namen de bus naar Boquete voor wat buitenactiviteit. Helaas goot het toen we aankwamen. Wel wisten we een mooie tent te bemachtigen en bespaarden zo wat geld uit op een dure kamer. De sfeer in Boquete is ontspannen. Het dorpje is ooit eens door een Amerikaans ouderen magazine uitgeroepen tot de top vijf van beste plekken om als gepensioneerde te wonen, en dat is te zien. Amerikaanse grijze duiven kruipen in een booster tegen de heuvels op. Ook kun je mooi wandelen. We lopen per toeval een stukje van de Pianista trail, het pad dat Kris en Lisanne, de vermiste Nederlandse meisjes, hebben gelopen. Er wordt nu met een bord gewaarschuwd niet onvoorbereid te gaan wandelen en ook kregen we bij ons hostel al een waarschuwende folder. We lopen maar een klein stukje en keren dan om voor een kop koffie bij de koffieboerderij die we tegen waren gekomen. We vragen of we vrij mogen rondlopen over het terrein, ook waar de oude en verlaten koffiefabriek staat, en dat was geen probleem.
Na drie ontspannen dagen in Boquete vertrokken we naar Bocas del Toro, de verzamelnaam voor een eilandengroep in het uiterste noordoosten van het land. Vanaf het vaste land nemen we een boot naar het dorp Bocas del Toro. We passeren een enorme haven alleen voor Chiquita. Vanaf hier worden de bananen over de hele wereld verscheept. Met onze kleine boot zijn de Chiquita vrachtschepen helemaal reusachtig. Het plaatsje waar we arriveren is nogal party-hardy dus zodra we daar met de boot aankomen pakken we een andere boot die ons bij Red Frog beach op het eiland Bastimentos afzet. Vanaf het haventje lopen we door de jungle en treffen een uit de boom gevallen luiaard. Hij ziet er wat suf uit, maar daar kan ie ook niks aan doen.
Bastimentos is een ontspannen eilandje waar niet gek veel valt te doen. En dat is af en toe ook prima. We liggen op het strand, ontdekken paradijselijke palmboomstrandjes en drinken ’s avonds een biertje. We hebben totaal zeven nachten in Panama doorgebracht en toch een gevarieerd beeld van het land meegekregen: een stad, natuur en wandelen, en zon en strand. Buiten de stad zijn de mensen vriendelijk, is het niet al te duur en valt er makkelijk met het openbaar vervoer te reizen. We zijn blij er niet in één keer doorheen te hebben gereisd op weg naar Nicaragua want hebben zo in een week toch een goede ervaring van het land opgedaan.