Je hoort wel eens verhalen over een land waarbij je je dan afvraagt of dat echt zo is. De enige manier om er dan achter te komen is om zelf te gaan kijken. En zo, land voor land, leren we veel over een cultuur, over de lokale inwoners en over de geschiedenis van een land. Zie hieronder een lijstje met een aantal punten die wij hebben opgestoken tijdens onze maand in China.
• Dat hond en kat echt nog wordt gegeten
• Dat de mensen heel vriendelijk zijn
• Dat het een veilig land is
• Dat meisjes hele korte broekjes en rokjes dragen
• Dat veel vrouwen in met name Beijing pantykousjes dragen, wat niet alleen lelijk en niet stijlvol is maar in de hitte ook niet fris kan ruiken
• Dat de soep van de noedelsoep niet gegeten wordt.
• Dat babi pangang, foe yong hai en de rest van de kaart in Chinese restaurants in Nederland nergens te krijgen is.
• Dat een paar woorden Chinees spreken erg handig was geweest.
• Dat het land belachelijk groot is.
• Dat er drie jongens voor ieder meisje zijn.
• Dat de Chinezen in China niet zo hard werken als de werknemers van onze vaste toko Dun Yong in Amsterdam.
• Dat openbaar vervoer en entreeprijzen in verhouding heel duur zijn.
• Dat boeren laten heel normaal is.
• Dat er heel veel kleine kinderen zijn.
• Dat tot in de kleinste supermarktjes voorverpakte kippenvoeten, kippenpoten en varkens-iets vacuüm verpakt buiten de koeling liggen.
• Dat roggelen heel normaal is.
• Dat niezen en hoesten zonder je hand ervoor te houden heel normaal is.
• Dat afbeeldingen van Mao nog steeds overal aanwezig zijn.
• Dat Chinees toerisme in China booming is
• Dat de grootste verkeersdeelnemer voorrang heeft.
• Dat de meeste Chinezen absoluut niet kunnen rijden.
• Dat de zoontjes alle aandacht krijgen en de dochtertjes er maar een beetje bijhangen. De zoontjes worden niet voor niks ‘kleine keizers’ genoemd en zijn vaak nogal aan de zware kant.
• Dat veel Chinezen zich niet kunnen voorstellen dat er mensen zijn die geen Chinees kunnen spreken of lezen.
• Dat er nog steeds een één kind policy is en dat de boete voor een tweede kind tussen de tien en vijftig duizend yuan (€1250,- en €6000,-) is.
• Dat er nog steeds horror wc’s zijn maar dat je er wel naar moet zoeken. ( en waarom zou je dat willen)
• Dat Chinezen pas aan het einde van het diner rijst eten om vol te raken.
• Dat treintickets ver van te voren moeten worden gekocht.
• Hoe pinda’s groeien.
• Dat Chinezen meer noedels dan rijst eten.
• Dat een kleine Chinese stad toch minimaal 3 miljoen inwoners heeft.
• Dat er overal wordt gebouwd, of het nu mega appartementen complexen aan de rand van de stad zijn of een nieuw hotel tussen de rijstvelden.
Wat wellicht wel het meest opviel is dat er heeeeel veeeel Chinezen zijn. We waren iedere keer weer verbaasd als we na een dag reizen in een stad aankwamen en er weer overal mensen waren. En daarom ook dat vele bovenstaande punten natuurlijk niet voor iedereen gelden, met zo veel mensen kunnen we niet generaliseren uiteraard. Sterker nog, ondanks sommige bovenstaande punten vonden we de Chinese bevolking veel leuker en vriendelijker dan we hadden kunnen bedenken en we gaan dan ook met veel plezier in oktober weer terug!
toch veel voordelen, voornamelijk voor jou in het verkeer 😉